Lous Steenhuis-Hoepelman overleefde de oorlog als kleine meid maar net. Over haar deportatie naar concentratiekamp Theresienstadt blijft ze graag vertellen. Lous woont in Zuid en is een van de 800 vrijwilligers die van woensdag 22 januari tot en met maandag 27 januari in Westerbork de 102.000 namen voorlezen van Nederlandse Joden, Sinti en Roma die werden gedood in de vernietigingskampen van de nazi’s.
Door maatregelen vanwege het corona-virus kunnen aangekondigde activiteiten op genoemde data afgelast, uitgesteld of aangepast worden. Check vooraf altijd de actuele informatie. InZuid adviseert verder terughoudendheid in het bezoeken van activiteiten.
*
De redactie van InZuid is niet aansprakelijk voor de inhoud van alle direct gelinkte berichtgeving, inclusief de op deze site geplaatste 1 op 1 persberichten.

Hierboven vind je de link naar het hele artikel bij de bron.
Hieronder al een weergave van een deel van het artikel.
Bron: De Telegraaf – Foto: oorlogsmonument Roozenoord
Thuis in Amsterdam-Zuid liggen bij de gepensioneerde sociaal werkster vier bedrukte A4’tjes op de keukentafel. Niets bijzonders, lijkt het. Tot je ze leest. Het is een lijst met namen die allemaal met de z beginnen: Zendijk, Zetter, Zilversmit. Erachter hun geboorte- en sterfdatum en de plekken ver van thuis waar ze stierven: Auschwitz, Sobibor, Bergen-Belsen.
„Je maag keert zich om, hè”, zegt ze. „Ik lees mijn namen eerst een paar keer hier thuis. Om lastige namen goed uit te spreken, maar ook om de eerste impact hier te ervaren. Dan overvalt het me daar niet. De jongste op mijn lijst van dit jaar is zes jaar, maar ik heb ook wel baby’tjes gehad. Drie maanden oud… Het enige wat ik niet wil lezen, zijn de namen van mijn familie. Dat komt te dichtbij.”